Dit is een sierlijk, excentriek buitenbeentje in de collectie
torenspitsen.
Een
achtkante torenspits
die
gedraaid
op een vierkante grondslag geplaatst wordt,
heeft meestal wat moeite om op een fraaie wijze de hoeken van de
toren
te bereiken.
In ons voorbeeld is dit opgelost door een
alzijdige insnoering,
die zo fors
hol
gebogen is dat de lijnen van
kepers het
midden van de gevels dan wel de hoeken raken.
De
dakvoet
van alle schilden is daardoor
scheluw:
het schuine opgaande
vlak buigt onderaan naar de rechte
daklijst.
Bij deze torenspits is een dakbedekking gewenst die de vorm vloeiend kan volgen, zoals een
metalen dakbedekking
of
daktegels.
Tekst: Jean Penders, 04-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders